zaterdag 29 oktober 2011

Oma Jo (Hebly)

door Marike Verheul

Jo Hebly (1905-1993) trouwde in 1925 met Arie van Indië, mijn opa,
de oudste zoon van Arie Az.
Met de handschoen wel te verstaan: zij in Holland, hij in Nederlands-Indië.
Een decennium na het overlijden van haar echtgenoot vroegen mijn ouders aan Jo of ze misschien een aantal  verhalen uit haar jeugd wilde opschrijven. Ze gaven haar voor de verjaardag een chique schrift. Hieronder vier bladzijden uit dat boek van mijn oma.
Overigens, toen zij haar eerste achterkleinkind kreeg en ik vroeg hoe hij (Jeff) haar nu moest noemen, zei ze:
'Nou, die mag mij dan misschien wel gewoon Jo noemen'.  Een vlaag van jaloezie schoot door me heen, dat had ik ook wel gewild!


                                 3 augustus '76

Terugkijkend kan ik niet anders zeggen dan dat ik een
doodgewoon kind was, van doodgewone ouders.
Ik had een goede jeugd, maar in materiëel opzicht geen rijke.
Het inkomen van een onderwijzer, en zeker van een christelijk
onderwijzer, was erg klein. En dat hebben we altijd gevoeld,
b.v. met vermaakte kleren van tantes en andere goedgeefse
dames die het beter hadden. Ik vond dat afschuwelijk!
       De band in ons gezin was goed. Ik hield erg veel van
mijn ouders. Moeder was (als ze tenminste niet nerveus
was door eeuwige geldzorgen en het werk dat haar over het
hoofd dreigde te groeien) een gezellige, opgewekte vrouw,
die zo plezierig kon lachen om gekke situaties.
     Vader was totaal anders. Hij leek heel ernstig, haast
"stijf ", maar hij had een geweldig gevoel voor humor.
Erg streng was hij wel, voor zichzelf en voor ons.
Hij zag hoegenaamd niets door de vingers wat maar
zweemde naar ongehoorzaamheid of brutaliteit, laat
staan oneerlijkheid. Daar stond een "gevoelige" straf op!
     Toch - bij 't opgroeien neigde ik steeds meer naar
hem. Ik had een speciale band met hem, die ik niet kan
omschrijven. Ik had 't gevoel dat we altijd eender dachten.
Soms was een enkel blik van verstandhouding daar
het bewijs van .

(NB: klik op het plaatje voor een vergroting)
 
Bij mijn vertrek naar Indië woog het afscheid van Vader
mij zwaar, erg zwaar.
     En ik heb hem niet meer mogen terugzien.

                                      14 april 1977

   Mijn eerste foto, dertien maanden jong. Vandaag
op de dag af 71 jaar geleden genomen: op 14 april 1906!
Ik vind het eigenlijk niet zo'n leuke foto, het "kat uit de
boom-kijkerige" zit er al in.
     En er onder, al was dat toen nog niet aan de orde,
mijn "aanstaande" met zusje Lij. Dat zal ongeveer
(ik schat het maar) in 1897 zijn gemaakt.
  Wat is het leven een zucht, en , om het met een bijbelse
uitdrukking te zeggen: "hoe vlieden wij daarheen".
Drie prille kindertjes, waarvan ik, oude vrouw, nog
de enig overgebleven ben. Het is verbijsterend, als je
er even bij stilstaat. Maar dat doe je niet vaak.
Ik ben tenminste nog al eens met de toekomst bezig,
alsof er nog jaren vóór me liggen. Ik maak nog
plannen, vooral het huisje in Zwitserland zit me
hoog. Toch voel ik het niet als een bedreiging als ik
dat alles niet zou beleven, want ik ben er vast van
overtuigd dat de heerlijkheid die me dan wacht van
altijd bij God te zijn een onmetelijk geluk is.































                                 .

Geen opmerkingen:

Een reactie posten