vrijdag 23 december 2011

Kerst in 1941

"Gisteren hoorden we van Radio Oranje dat Pontianak is gebombardeerd. Ik kan me dat vreselijke niet indenken: Pontianak, dat wij zo door en door kennen, gebombardeerd door de Japanners! En zo dicht bij jou, Arie!. Was ik maar bij je. Het wordt steeds erger, elkaar in deze tijd te moeten missen. O Arie, wanneer zal toch die vreselijke oorlog afgelopen zijn? Het ziet er voor Indië op 't ogenblik zo donker uit. (...) Steeds verder worden we van elkaar getrokken. Hoe en wanneer is het eind? En zullen we dit allebei beleven?
Ik wanhoop er tegenwoordig zo dikwijls aan".


Jo Hebly schreef dit aan haar man Arie Verheul (van Indië) op 20 december 1941. Zij was nog in Nederland met verlof toen de Duitse troepen binnenvielen in1940, een poging om het land alsnog te verlaten mislukte.
En hij was in april al terug gegaan naar Indonesië. Daar zou hij op 28 januari 1942 door de Japanners gevangen worden genomen. Een half jaar verbleef hij in een plaatselijke gevangenis en daarna drie jaar in een concentratiekamp in Noord-Borneo. Al die tijd bleef Jo hem schrijven en bewaarde de brieven ook zelf. Sommigen deden er meer dan een jaar over om hem te bereiken. Van Arie kreeg ze tussen 1942 en 1945 enkele kaarten met een paar woorden in zijn handschrift.
Pas in januari 1946 zouden ze elkaar weer in de armen sluiten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten