donderdag 15 september 2011

Inleiding: Van waar dit blog

door Marike Verheul


In februari dit jaar kreeg ik een uitnodiging voor een opening in het Armando museum in Amersfoort. Dat zit zo: negen jaar lang speelde ik viool naast Armando in zijn jazz- en zigeunermuziekensemble en nog altijd kom ik graag op de bijeenkomsten rond zijn werk als kunstenaar. Ook heb ik na het afscheidsconcert van het Armando-kwartet regelmatig soloconcertjes gegeven in het museum. Alle medewerkers aldaar, en veel van Armando's vrienden en kennissen vormen dan ook een vertrouwde groep mensen tijdens de regelmatig terugkerende feestelijkheden.
          Ongeveer een week voor de opening kreeg ik ook post van mijn oom Kees Verheul, een broer van mijn vader. Hij zat op dat moment in Portugal en schreef dat hij het soms jammer vond dat hij zo veel op reis was, omdat hij dan bijzondere gelegenheden miste… zoals die betreffende opening in het Armando museum waar een speciale kennis van hem, de Israëlische fotografe Reli Avrahami, als gast in de duo-tentoonstelling ‘Aantekeningen over het verleden’ zou deelnemen. Voor mij was zijn bericht een extra reden om te gaan, en ik verheugde me.
          Die 13e februari kwam ik vrij laat aan bij het museum, alle stoelen waren al bezet en veel mensen stonden langs de kant dan wel op de bovenverdieping in vrolijke spanning te wachten op de opening van de tentoonstelling. Vooraan zag ik Armando zitten en besloot hem alvast te begroeten op weg naar de trap. Hij was in gesprek met een charmante oudere dame, ik maakte haar mijn excuses voor het even tussen beide komen. Armando was blij verrast me te zien en zei dat hij zojuist een nichtje van mij had gesproken, Marjolijn genaamd. Ik zei: ‘Je bedoelt misschien Mariette, want ik heb geen nichtje die Marjolijn heet... en wat vreemd, ik kreeg ook een brief van een oom, die vroeg of ik zijn groeten wilde overbrengen aan de kunstenares’. ‘Ah’, zei Armando, ‘die zit hier naast mij’, en hij stelde me aan Reli voor, de vrouw die aan de andere zijde naast hem zat.

Armando museum Amersfoort, 13 februari 2011. Van links naar rechts:
zus van Reli / Hertha (moeder van Reli)/  Armando/  Reli/  ik

          ‘Nice to meet you', zei ik tegen Reli, ‘I am looking forward to the exibition, and... u krijgt de hartelijke groeten van mijn oom Kees Verheul’ - ook in het Engels natuurlijk.  
‘Well thank you!’, zei ze, ‘and who are you, what’s your name?’ ‘I am Marike Verheul, Kees is the youngest brother of my father Hans’. Reli stoof op en gebaarde naar de oudere vrouw, en naar twee andere dames die verderop zaten: ‘She is a Verheul!’ Er volgden enthousiaste kreten, en een van de vrouwen stond op en begon foto’s van mij te maken.
Ik bloosde en dacht: wat gebeurt hier? Stond ik daar voor een volle zaal wachtende mensen en werd opeens enthousiast begroet en gefotografeerd door onbekenden, terwijl ik alleen maar mijn naam had genoemd en niet eens muziek had gemaakt bijvoorbeeld. Gauw ging ik op mijn hurken zitten.
Reli zag mijn verwarring, wees naar de oudere dame naast Armando en zei: ‘Dat is Hertha, mijn moeder, zij heeft als meisje ondergedoken gezeten bij jouw overgrootvader in Zeist’.
          Ik stond perplex, begreep het allemaal niet direct, dacht dat ze mijn grootvader bedoelde, en dat kon helemaal niet, die zat in de oorlog immers in een Jappenkamp in Indonesië? Ik keek in de diep glanzende ogen van Hertha en begon een gesprekje met haar in het Engels. Maar toen ze zei: 'Je kunt gerust Nederlands praten', viel mijn mond weer open.
De familiegeschiedenis kende ik nauwelijks en blijkbaar nog veel slechter dan ik dacht.
Midden in de zaal stond nu ook iemand anders op, en zwaaide naar me. Die had ik wel eens vaker gezien. Het was Marjolijn Valewink-Rijken, een nichtje van mijn vader.
Zij is, vertelde ze, net als mijn vader een kleinkind van Arie Verheul Az., burgermeester van Benthuizen en Moerkapelle. Ze vertelde verder dat hij na zijn pensioen in Zeist was gaan wonen en daar de moeder van Reli in huis had genomen tijdens de tweede wereldoorlog. Tot aan de bevrijding had de dertienjarige Hertha Denneboom in zijn gezin een schuilplaats gevonden.
In 1985 werden Arie Verheul Az. en zijn oudste dochter Lij (zijn vrouw Cornelia Oudijk was in 1906 in het kraambed gestorven) postuum erkend als ‘Rechtvaardigen onder de Volkeren’ en kregen ze een Yad Vashem onderscheiding en bijbehorende vermelding in het gelijknamige boek (* zie voetnoot).

Reli was speciaal voor de opening met haar moeder (die voor een aantal foto's op de tentoonstelling had geposeerd) en twee zussen overgekomen uit Israël. Verder gaf ze die week presentaties en lezingen in Amsterdam en Rotterdam. De volgende dag ben ik naar het Goethe instituut in Rotterdam gegaan om na afloop van Reli's lezing een mini-concertje te geven voor haar moeder Hertha. Ik vond de gelegenheid te bijzonder om zo maar voorbij te laten gaan.


Die middag in het Armando museum begon voor mij de familiegeschiedenis zogezegd. Een beetje laat misschien, maar beter dan nooit. Ik ontmoette nog een nicht (Janny Schaper) en een neef (Geert Valewink) van mijn vader, en hun partners, en vroeg ze de oren van het hoofd, hoewel het mijne inmiddels wat duizelde. Ook ging ik met mijn achterachternichtje Esther, die ik nooit eerder had gezien, op de foto en maakte ik afspraken om hen binnenkort nog eens te ontmoeten.
          Voor een verdere zoektocht naar familieverhalen hoefde ik gelukkig niet heel ver te reizen. Zowel mijn achternicht Marjolijn (een dochter van Jani Verheul, die een dochter was van Arie Verheul Az.), en mijn oom Kees (een zoon van Arie Verheul, die de oudste zoon was van Arie Verheul Az.) wonen net als ik in Den Haag, en bewaren al jaren een schat aan brieven, foto’s, boekjes en met zorg samengestelde geschriften over de levens na onze (over)grootvader.
Overigens, voor wie het nog niet helemaal doorheeft: mijn overgrootvader Arie Verheul Az. was een zoon van Arie Verheul, en noemde ook zijn oudste zoon Arie. Die deed vervolgens hetzelfde. Ook heet minstens één van zijn achterkleinzonen Arie Verheul. Een vriendin wees me er tenslotte op dat ook in mijn naam ari zit.

Mijn overgrootvader, met wie het verhaal wat mij betreft begint, zal ik op dit blog voortaan Arie Az noemen. Zijn zoon, mijn opa, zal ik Arie van Indië noemen.
          Op dit blog wil ik met jullie goedvinden graag een aantal verhalen van en over de familie Verheul plaatsen. Ook lijkt het me leuk om oude handschriften en andere plaatjes te scannen en zo voor iedereen zichtbaar te maken.
Alle bijdragen, aanvullingen en opmerkingen van (achter-) kleinkinderen van Arie Az zijn natuurlijk meer dan welkom!



* Boek: Gutman, I. e.a.  'Rechtvaardigen onder de Volkeren, Nederlanders met een Yad Vashem-onderscheiding voor hulp aan Joden'. Amsterdam: uitgeverij L.J. Veen, in samenwerking met Niod, 2005.  
ISBN: 90 204 02781 of:   978 90 204 02780
.

3 opmerkingen:

  1. Oom Kees vertelde me dat hij, voor de duidelijkheid, zijn grootvader Arie Verheul-Oudijk noemt, en zijn vader Arie Verheul-Hebly, naar de namen van hun echtgenotes.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wie van onze (achter (achter)) neven heet ook Arie Verheul , of heeft Arie in zijn (doop) naam? We horen het graag!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Op ´de digitale stad Amersfoort´ vond ik nog het volgende bericht:

    Donker en licht - Verleden en heden

    AMERSFOORT - Zondag 13 februari werd in het Armando Museum aan de Zonnehof 8 de tentoonstelling “Aantekeningen over het verleden”, geopend, waarbij werk te zien viel van de Amersfoortse Armando en de Israëlische Reli Avrahami.

    Waar Armando met zijn werk nog altijd in het voor ons onbegrijpelijke verleden bezig is, toont Reli Avrahami de wereld van nu. Armando drukt zich in zijn werk in het zwart-wit uit, de wereld die Reli ons toont, is de wereld van uitbundige kleuren. Haar wereld is voortgekomen uit het beladen verleden en begon in 1948, toen Europa langzaamaan begon met het verwerken van de jaren 1939-1945. Nog elke dag drukken die jaren op ons bestaan. In Amersfoort te merken aan het steeds kleiner worden van de joodse gemeenschap. Des te groter is de verdienste van gastcurator Ronit Eden en hoofd van het Armando Museum Yvonne Ploum die het werk van de beide beeldende kunstenaars bij elkaar in het Museum wisten te brengen.

    Heel bijzonder was de aanwezigheid van de tachtigjarige moeder van Reli, geboren als Herta Denneboom in de Groningse plaats Leek, die de donkere jaren ’40-’45 overleefde dankzij de moedige Zeister families Versluis, Verheul en Boschaart, die in 1986 werden geëerd als Rechtvaardigen onder de Volkeren.

    De tentoonstelling is te bezichtigen van 15 februari tot en met 15 mei 2011. Di t/m Vr. 11.00-17.00 uur en za. en zo. 12.00-17.00 uur

    BeantwoordenVerwijderen